Utrecht, de stad vanuit het verleden naar de toekomst

De druk op de schaarse ruimte in Utrecht zal de komende jaren verder toenemen. We wonen in een aantrekkelijke gemeente met een bloeiende economie, centraal gelegen in Nederland en met veel groen om ons heen. Dit maakt Utrecht geliefd om te wonen en werken. Om die reden zal het aantal inwoners in Utrecht de komende jaren verder stijgen. De ChristenUnie wil dat er balans is in deze groei en dat de gemeente waar mogelijk regie voert. Niet alleen uitbreiding van het aantal woningen moet centraal staan, ook de kwaliteit van de sociale omgeving, voorzieningen en mobiliteit. De ChristenUnie wil de stedelijke ontwikkeling verbinden aan duurzaamheid, natuur, innovatie en leefbaarheid. Alleen op deze manier kan de groei van de stad ook ten goede komen aan de stad en kan iedereen van de groei profiteren. De grote vraag naar fijne woningen moet worden ingepast in de beperkte ruimte die in de bestaande stad beschikbaar is. Ook de huidige klimaat- en ecologische crisis en het inbedden van de Parijsakkoorden vragen om ingrijpende keuzes. Keuzes die we maken voor het klimaat gaan invloed hebben op de manier waarop we de grote vraag naar woningen beantwoorden en hoe we een aantrekkelijke plek blijven om te wonen en werken. Door bij de ruimtelijke programmering heel gericht toekomstbestendige en dus duurzame keuzes te maken, maakt onze stad zich klaar voor de toekomst. Er zijn nog veel kansen om leegstaande panden een woonfunctie te geven.

Welke concrete maatregelen moet de gemeente nemen?

• We willen een gemengde stad, waar wonen bereikbaar en betaalbaar is en niet afhankelijk is van je inkomen, gezinssamenstelling, leeftijd en achtergrond. Utrechters van verschillende achtergronden moeten elkaar ontmoeten. De wijken moeten qua samenstelling daarom meer gemengd worden. Dit is zeker een aandachtspunt bij de ontwikkeling van het Stationsgebied en de Merwedekanaalzone.
• Aan het einde van de nieuwe raadsperiode moeten voldoende woningen beschikbaar zijn om 385.000 (nieuwe) Utrechters te huisvesten.
• Bij de ontwikkeling van nieuwe woninglocaties willen we de waarden van natuur en water een volwaardige plek geven in de ontwikkeling. Ook moeten deze nieuw te bouwen woningen aangepast worden aan de klimaatverandering. We geven daarbij een impuls aan duurzaamheid en circulariteit.
• Het bouwen van een nieuwe wijk in Rijnenburg is niet eerder dan na 2040 aan de orde, en alleen als er een manier is gevonden om de wijk op een duurzame wijze bereikbaar te maken.
• Om meer woningen te realiseren ondersteunen we actief innovatieve wooninitiatieven zoals woongroepen en andere coöperatieve woonvormen. Concreet kan de gemeente ondersteuning bieden door het bieden van één aanspreekpunt, het inzetten van haar professionaliteit en deskundigheid, het meedenken over goede locaties en door financiering bij planvorming en uitvoering.
• We bekijken of we nieuwe en bestaande woningen anders kunnen indelen. De ChristenUnie gaat voor meer wooneenheden van minder woonoppervlakte, zodat woningen betaalbaarder worden en de beperkte grond beter benut wordt. In de toekomst is meer hoogbouw noodzakelijk om deze doelen te behalen.
• Om meer betaalbare woningen te krijgen, willen we dat ten minste 35 procent van de nieuw te bouwen woningen bestaat uit sociale huurwoningen en ten minste 25 procent uit de middencategorie.
• In wijken waar het aandeel sociale huurwoningen laag ligt, worden bestaande sociale huurwoningen behouden. Verkoop kan alleen plaatsvinden onder de voorwaarde dat de woning als goedkope woning behouden blijft, bijvoorbeeld door via erfpacht voorwaarden te stellen.
• We willen lokale maatregelen die verdere prijsopdrijving van koop- en huurwoningen tegengaan. Als het nodig is zal de gemeente hiervoor actief grondbeleid hanteren en zelf directer regie voeren om locaties te gaan ontwikkelen.
• We willen een betere spreiding van nieuwe studentenwoningen om de charme en het karakter van volksbuurten meer terug te brengen naar het straatbeeld. Voor studenten willen we het beleid om hoge huren van studentenkamers tegen te gaan handhaven. We continueren in dit kader ook de rol van het huurteam.
• Voor ouderen willen we een verhuisadviseur om de verhuisketen te organiseren. Hiervoor moet worden onderzocht hoe deze dienst meer dienend kan worden aan de belangen van senioren.
• Bij de ontwikkeling van nieuwe wijken willen we dat aan de voorkant een voorzieningentoets wordt gedaan om te kijken welke voorzieningen er nodig zijn.
• Mensen die hun huis willen delen met kwetsbare bewoners krijgen hiervoor een vergoeding. Hiermee maken we van de negatieve gevolgen van de kostendelersnorm een positieve draai richting de kostendelersbonus.
• De woonopgave van bijzondere doelgroepen, zoals mensen uit de maatschappelijke opvang en statushouders, ligt bij de sociale- en middenhuur. Ook in sociale huur van commerciële ontwikkelaars.
• In Utrecht continueren we de aanpak ‘voorkomen huisuitzetting’ waarmee we samen met mensen werken aan een oplossing voor financiele problemen zonder dat ze uit huis worden geplaatst.
• De gemeente neemt haar verantwoordelijkheid voor het - verspreid over de wijken - huisvesten van statushouders, waarbij we actief zoeken naar alternatieve vormen van huisvesting, zoals een samenwoonproject met studenten, starters en anderen.